West-Afrika heeft een rijke muziekcultuur die veel energie herbergt. Van oudsher zijn percussie en dans zeer sterk vertegenwoordigd. Tot op de dag van vandaag is dat te horen en te zien op straat en bij feesten. Maar ook bij de West-Afrikaanse traditionele balletten is de Djembé muziek- en dansvorm springlevend. |
||
Afrikaanse muziekDe muziekstijl waarin ik lesgeef, is gebaseerd en geïnspireerd op de Malinke muziek van Guineé, West-Afrika. In mijn lessen werk ik behalve met de djembé, ook altijd met de doun-douns ( dit zijn drie bastrommels, die alledrie verschillend van grootte en verschillend gestemd zijn. Op de doun-douns wordt met stokken gespeeld ) Wat is nu kenmerkend voor deze muziek? De kenmerkenVoorop staat de intensieve communicatie tussen de muzikanten onderling, maar ook met de toeschouwer. De interactie met de eventuele dans en/of zang is zeer intens. De muziek stelt hoge eisen aan het tijdsgevoel van de speler. Er wordt veel gebruik gemaakt van offbeat-patronen.
De instrumentenWe gebruiken Afrikaanse instrumenten. Ieder instrument heeft een geheel eigen klank en karakter. Gemaakt van natuurlijke materialen, klinkt geen instrument hetzelfde. Alle instrumenten zijn van hout en één of tweezijdig bespannen met een dierenvel. We gebruiken vijf verschillende instrumenten:
|
Afrikaanse dansDe dansstijl waarin ik lesgeef, is hoofdzakelijk gebaseerd op de Malinke traditie uit Guineé (West-Afrika), gecombineerd met een eigen stijl. In mijn lessen en workshops werk ik altijd met live muziek. Dans en onlosmakelijk daaraan verbonden zang en muziek, zijn een groot cultureel en sociaal-maatschappelijk onderdeel van het leven in Guineé. Na de onafhankelijkheid van Guineé in 1956, zijn deze uitgegroeid tot professionele podiumkunst. De muziek wordt gevormd door: • Doun-douns, dit zijn 3 bastrommels, alle drie anders gestemd qua hoogte, waar met stokken op wordt gespeeld. De douns zorgen voor de melodie in het ritme en herhalen steeds een bepaald muzikaal patroon. Alle danspassen passen in het muzikale patroon dat de doun-douns spelen. • Djembé, dit is een hooggestemde trommel die met de handen wordt bespeeld. Er is minimaal 1 djembé speler nodig. De djembé speler speelt de zogeheten dansbegeleiding. D.w.z. hij/zij is degene die het tempo aangeeft, het begin, het einde, de overgangen tussen de diverse passen en hij/zij kleurt de dansbewegingen in met zijn/haar solospel. Enkele kenmerken van hedendaagse West-Afrikaanse djembé dans: • Afrikaanse dans is bij uitstek ritmische dans, wat zich kenmerkt o.a. in het herhalen van bewegingen en ritmisch bewegen. • Afrikaanse dans is ‘aards’, zonder zwaar te zijn. Dit zien we terug in de basishouding en basispas. • Basishouding: We dansen op blote voeten. Voeten staan plat op de vloer, knieën licht gebogen( slot van de knieën af ), centreren onder je buiknavel, de romp iets naar voren gebogen, hoofd horizontaal, armen langs je lichaam en bekken iets naar voren gekanteld. • Basispas: Vanuit de basishouding til je 1 voet op, knieën zijn licht gebogen. Bij het neerkomen van de voet veert het lichaam iets omhoog en strekken de benen. Maar niet met de knieën op slot. Het voelt aan als een veer, een veer die van de aarde af veert. Dit laatste is essentieel. Van de aarde af veren. Niet naar de aarde toe, want dan is de veer eruit en wordt dansen zwaar. De basishouding en basispas lopen als een rode draad door de gehele Afrikaanse dans heen. Ze komen in meer of mindere mate in iedere danspas terug. • Poliritmiek: De muziek is poliritmisch. D.w.z. iedere muzikant speelt een eigen/ander patroon en samen past het bij elkaar. In de dans zien we dit terug in o.a. isolaties van lichaamsdelen. Lichaamsdelen bewegen onafhankelijk van elkaar en kunnen ook in verschillende tempo’s/ritmes van elkaar bewegen. Vanuit een isolatie kan men ook vibreren. D.w.z. een lichaamsdeel heel erg snel laten bewegen. Een goede basishouding en centreren zijn hier van essentieel belang. Vanwege de snelheid van het bewegen is de beweging meestal klein van aard. • Golvende bewegingen vanuit de ruggengraat. • Contracties en rotaties: Bij contracties worden lichaamsdelen uitgeduwd en daarna weer ingetrokken of omgekeerd. Bij rotaties worden met bepaalde lichaamsdelen, in isolatie of combinatie, draaibewegingen gemaakt. • Bij sprongen wordt gebruik gemaakt van de ‘kattechniek’, wat betekent dat men bij het neerkomen goed door de knieën gaat. Een sprong hoeft ook niet altijd heel erg de hoogte in, maar wordt vaak gemaakt door met name de onderbenen op te trekken., • Als laatste, maar zeker niet onbelangrijk: Afrikaanse dans is vrolijk, energiek, soms zelfs fel en is een groepsgebeuren. Afrikaanse dans werkt bevrijdend voor lichaam en geest! Bron: Janine Wiehager en Sonja van Bockstaele
|
|